EEN PAAR ZILVEREN KANDELAARS
Michiel Menningh,
Den Haag,
1720
18,5 cm hoog, 813 gram
De kandelaars staan op een getrapte vierkante voet met afgeschuinde hoeken. De balustervormige schacht rijst op uit een ronde verdieping en is gefacetteerd boven de gefacetteerde nodus. De spoelvormige kaarshouder is in het midden voorzien een smalle gladde band. De kandelaars zijn beide gegraveerd op de onderzijde van de voet met initialen P/ H & M. De kandelaars zijn volledig gemerkt, de ene op de voetrand buitenzijde en de andere is gemerkt op de onderzijde van de voet in de hoeken. Beide zijn voorzien van een trembleersteken op de voetrand onderzijde en de voetwelving.
De zilversmid Michiel Menningh werd geboren op 24 augustus 1687, als zoon van de Haagse goud- en zilversmid Cornelis Menningh (1665-1738) en Maria Maagdenbergh. Zijn korte biografie vermeldt dat Michiel op 21 april 1715 in ondertrouw ging met Geertrui van den Toorn, dochter van de Haagse zilversmid Johannes van den Toorn, een gildebroeder van zijn vader Cornelis. Michiel Menningh staat op 14 december 1718 vermeld in het Eedboek van het gilde. [1] Van de Haagse zilversmid Michiel Menningh is bekend dat hij zowel kleinwerker als grootwerker was. Van zijn hand zijn onder andere een zilveren lepel uit 1721, een lepel en vork uit 1729 en een vislepel uit 1723 bekend, alle opgenomen in Haags goud en zilver, verder vermeldt Elias Voet Jr. naast bestek en een soeplepel een kandelaar uit 1730. [2] Het Joods Historisch Museum Amsterdam heeft een paar zilveren Tilrimoniem van een Sefardische synagoge uit 1728. [3] Een zilveren tabaksdoos vervaardigd door Michiel Menningh in 1724 en gegraveerd met familiewapen PRINS en spiegelmonogram JP bevindt zich in onze collectie. De twee zilveren kandelaars zijn vermoedelijk de vroegst bekende werken van hem en zijn in onze collectie. [4]
[1] Het kerkelijk huwelijk zal plaats hebben gevonden op 5 mei 1715, H.G.A. bnr. 479, nr. 153,
zie B.T.A. Meiborg, De Haagse zilversmedenfamilie Van der Toorn, scriptie UL (2001), p. 68.
[2] Pijzel 2005, p. 273-274, p. 283. Voet 1941, nr. 87b.
[3] Joods Historisch Museum Amsterdam, inv.nr. M000113
( http://data.jck.nl/resource/aggregation/jhm-museum/M000113 )
[4] Jacob J. Roosjen SRI, ref. nr.LR484. https://roosjen.sog.nl/qr/457
TWO DUTCH SILVER CANDLESTICKS
Michiel Menningh, Den Haag, 1720
813 grams 18.5 cm high
Both candlesticks are engraved on the reverse of the foot with the initials P/ H & M.
Both candlesticks are fully marked, the one on the exterior of the foot rim, the other at the corners of the interior of the foot. Both candlesticks display assay stripes at the reverse of the foot.
The silversmith Michiel Menningh was born on 24 August 1687, as son of the Hague gold and silversmith Cornelis Menningh (1665-1738) and his wife Maria Maagdenbergh. According to his short biography Michiel married Geertrui van den Toorn on 21 April 1715. She was the daughter of the Hague silversmith Johannes van den Toorn, a fellow Guild member of Cornelis Menningh. Michiel Menningh was registered at the Guild on 14 December 1718.
Michiel Menningh was both a service worker and a flat worker, as can be concluded from his objects that have survived. A silver spoon (1721), a silver fork (1729), and a silver fish serving ladle (1723), are recorded in Haags goud en zilver. In E. Voet Jr (1941) flatware, a soup ladle and a candlestick, dated 1730, by Michiel Menningh are recorded. A pair of 1728 Rimonim from the Sephardic Synagogue are in the collection of the Jewish Historical Museum Amsterdam. A silver tobacco box, made by Michiel Menningh in 1724, engraved with the coat-of -arms of the PRINS family and the mirror monogram JP on the reverse, is in our collection.
-Zilver Zaken 2010, p. 5-6.
-Zilver Zaken 2011, p. 4.
-E. Voet Jr., Merken van Haagsche Goud- en Zilversmeden, Den Haag, 1941.
-J. Pijzel-Dommisse, Haags goud en zilver, Zwolle, 2005.