European Silver SRI®

 

 

PAAR ZILVEREN ZOUTVATEN
Wilhelmus Angenendt, Amsterdam, 1779 en 1790

134 gram zilver, 5 cm hoog

De zoutvaten zijn driehoekig van vorm, met afgekante hoeken. De bovenzijde, gegraveerd met een ruitmotief, is voorzien van een cirkelvormige uitsparing, waarin het latere blauwglazen bakje gehangen is. De rand is ajour gezaagd met in het midden een band van gegraveerd vlechtmotief. De drie hoefvormige pootjes verbreden zich naar boven toe. Beide volledig gekeurd aan de binnenzijde, alsmede met het herkeur van 1795 voor Leiden aan de buitenzijde.


De zilversmid Wilhelmus Angenendt werd geboren in 1737 te Büderich Moers, een plaats in de buurt van Duisburg en Wesel en overleed te St. Maarten op de Nederlandse Antillen in 1817. Hij was de zoon van Wenceslaus en Christina Ingenlandt. Hij vestigde zich in Amsterdam als zilversmid in 1770 en trouwde in 1772 met Catharina Gaardeman, waarna het paar ging wonen in de Warmoesstraat. Dit alles nadat hij in 1766 eerst als gezel bij Johannes Schiotling in dienst geweest was. Hij was de enige katholiek in de kring rond Schiottling. Het is bekend dat Angenendt zijn bedrijf in Amsterdam beëindigde in 1798 om in het leger te gaan dienen als soldaat. [1]

Angenendt was een productief servieswerker. In de collectie van het museum Boymans van Beuningen bevinden zich drie voorwerpen van deze meester-zilversmid; een tafelbel, een schenkkan en een inktstel. [2] Zeker te vermelden waard is de vergulde Thorakroon uit 1775 die zich bevindt in het Joods Historisch Museum Amsterdam en die tot een van zijn vroege werken behoort. [3]

De vormgeving van het zilveren frame van deze zoutvaten kent duidelijke gelijkenissen met de stijl waarin collegae zilversmeden, Martinus Logerath en Cornelis Stolting werkten. Van beiden zijn waterketels op komfoor bekend uit de jaren 1772 en 1773. [4]

Misschien is Logerath begonnen met dit ontwerp en heeft onder andere Angenendt het model overgenomen. Zijn vroegere leermeester Johannes Schiotling is ook later met dit model gaan werken of Angenendt heeft dit model gebruikt toen hij bij Schiotling als werkmeester in dienst was. Drie waterketels op komfoor uit 1778 en 1790 zijn van Schiotling bekend, waarvan het komfoor in structuur te vergelijken is. [5]






[1] Citroen 1975, nr. 1221.

[2] Tent. Cat 1976, nr. 74, 75 en 77

[3] Joods Hist. Museum, invn.nr. MB00098, Tent. Cat 1976, nr. 73

[4] 1772, M. Logerath; Rijksmuseum Amsterdam, Lorm 1999, p. 160-161: 1773, M. Logerath; Sotheby’s Mak van Waay, Amsterdam, 19 november 1981, lot 58: 1773, C. Stolting (Citr. 151); particuliere collectie, Nederland, https://roosjen.sog.nl/qr/421

[5] 1778, Sotheby’s Mak van Waay, 22 mei 1981, lot 710. 1790, Roelof Citroen, Amsterdam, 1966: Nijstad, Lochem, 1967: Sotheby’s Mak van Waay, 28 oktober 1975, lot 153: Christie’s Amsterdam, 12 december 2006, lot 341, Lit. Tent. Cat. Verbeek 1976, nr. 57.

 

These triangular shaped silver salts with cut-corners, engraved with a lozenge motif on top, are fitted with blue glass bowls, which are hung in circular openings. The silver frame is open worked with a central band with a plait motif. The salts are raised on three shaped hoof feet. Fully marked at the reverse; the maker’s mark on the frame rim and control mark of 1795 for Leiden on the exterior of the frame.

 

The silversmith

In 1737 Wilhelmus Angenendt was born in Büderich Moers, near Duisburg and Wesel in Germany.. He was the son of van Wenceslaus by his wife Christina Ingenlandt. Wilhelmus left Germany for Amsterdam, where he became an apprentice in Johannes Schiotling’s silver workshop. He was the only catholic there. In 1770 he became a master-silversmith himself, established his workshop in Warmoesstraat in Amsterdam and in 1772 he married Catharina Gaardeman. In 1798 he closed his workshop and opted for a career in the army. Thus he left for the Dutch Antilles, where he died in 1817.

Angenendt was a productive silversmith, specialising in service work, of which three items are in the collection of Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam: a table bell, a jug and an inkstand. Also worth mentioning is a silver-gilt Thora finial in the Jewish Historical Museum, Amsterdam, made by Angenendt in 1775, one of his earlier works.

For the design of these salts Angenendt might have been inspired by his fellow guild members Martinus Logerath and Cornelis Stolting, The design of the stands of the waterkettles they made in 1772 and 1773 is rather similar the design of these salts. It is likely that Logerath started off with this design, followed by Schiotling and Angenendt. Angenendt used this model while working for Schiotling. Schiotling made three waterkettles in 1778 and 1790, whose stands are of similar design.

Vergelijkende literatuur

-K.A. Citroen, Amsterdam silversmiths and their marks, Amsterdam,1975

-Tent. Cat. J. Verbeek, Johannes Schiotling, een Amsterdamse zilversmid (1730-1799) en zijn kring, Rijksmuseum Amsterdam, 1976, cat. nr. 57

-J.R. ter Molen, Zilver, Rotterdam, 1994, cat. nrs. 102, 103, 112; p. 618.

-J. R. de Lorm, Amsterdams Goud en Zilver, Zwolle, 1999