ZILVEREN PAPKOM
Guilliam Domis I,
Breda,
1682/83
128 gram, 23,3 cm breed (over de grepen
De ronde kom met aan weerszijden platte opengewerkte en gegraveerde grepen in de vorm van gestileerde lelies is rondom gedreven met gelobde panelen, tussen een gestippelde versiering, op de bodemrand afgewisseld met gedreven, gestileerd bladwerk.
De onderzijde gegraveerd met initialen A D. Volledig gekeurd aan de onderzijde en voorzien van een trembleersteken op de onderzijde en achterzijde van de grepen.
De zilversmid
Guilliam Domis I werd gedoopt op 21 maart 1633 als zoon van Willem Frans Domies en Maria Augustini Henrici Wils. Zijn moeder bracht hem op 17 maart 1653 naar de Antwerpse zilversmid Nicolaes Willemsen om daar het vak van zilversmeden te leren. In april 1662 werd hij ingeschreven als meester-zilversmid na het laten zien van zijn meesterproef aan de dekens Willem Stepp en Jan van Ryken van het gilde te Breda. Zelf nam hij een aantal leerjongens aan en bekleedde de functie van deken bij het gilde, van 1664-1671, 1683 en 1687. Uit zijn huwelijk met Maria Theresia Florens zijn dertien kinderen bekend, van wie er twee tot zilversmid werden opgeleid, Gulhelmus II en Franchois. In 1670 kocht hij, als juwelier en goudsmid het huis “Het Beijtelschip”. In 1680 woonde hij inmiddels in het huis “De Trouwrinck” bij de Grote Markt. Guilliam Domis I voerde twee meestertekens: ruit in schild, zonder en met twee stippen boven de ruit.[1] Tijdens zijn werkzame leven heeft hij veel liturgisch vaatwerk vervaardigd, onder andere een kelk (1662), twee paar ampullen (1662 en 1670?), en hostiedoos (1671), een paar rijk gedreven wandarmen (1672-73), mogelijk vervaardigd voor een begijnhof.[2] Guilliam Domis I overleed op 29 december 1689 en werd op2 januari 1690 begraven in de Grote Kerk te Breda.
De zilveren kom met oren moet een papkom zijn en niet een brandewijnkom. Het zal de moeder zijn die deze kom heeft gebruikt voor het geven van pap aan de kinderen. Een treffend beeld hiervan is te zien op een schilderij uit 1683 geschilderd door Michiel van Musscher. Hij beeldde hier zijn vrouw Eva Visscher af met de kinderen. Op tafel staat een kom met twee oren en een lepel afgebeeld.[3] Het gebruik van een brandewijnkom kennen we eigenlijk alleen in Groningen, Friesland en West -Friesland. De kommen met oren, vervaardigd in de zuidelijkere Nederlanden zullen gebruikt zijn als papkom.[4]
De grepen in de vorm van een gestileerde fleur-de lis vallen op bij deze kom. De fleur-de-lis wordt dikwijls als decoratie gebruikt in de zuidelijke Nederlanden. In het christendom staan witte lelies symbool voor zuiverheid en kuisheid en kunnen daarom refereren naar de Maagd Maria, de moeder van Christus, maar ook naar Christus zelf of de Heilige Drie-eenheid ivm de drie bloemblaadjes. De lelie kan dus symbool staan voor geloof, wijsheid en zuiverheid.
[1] Van Rijen, 2000, pp. 257, 258.
[2] Van Rijen, 2000, pp. 76-79.
[3] Sotheby’s Londen, 6 juli 2011, lot 3.
[4] Zie onder ander een uitleg hierover in J.P. van Rijen, Zilver in en rond Bergen op Zoom, Vlissingen, 2017, p. 115.
DUTCH SILVER TWO-HANDLED BOWL
Guilliam Domis I, Breda, 1682
128 grams: 23.5 cm wide (incl.handles)
The circular bowl with flat openwork and engraved handles on both sides in the shape of stylized lilies is surrounded by chased lobate panels, between a dotted decoration, alternating on the bottom rim with chased stylized foliage. Fully marked at the reverse and displaying assay stripes on the reverse of the bowl and the handles.
The two-handled silver bowl must be a porridge bowl rather than a brandy bowl. It must have been the mother who used this bowl for feeding porridge to the infants. A striking image of this can be seen in a painting from 1683, made by Michiel van Musscher. He depicted his wife Eva Visscher with the children. On the table a two-handled bowl with a spoon is placed.
The use of brandy bowls is only known in the northern provinces of Groningen, Friesland and West-Friesland. The bowls with two handles, made in the southern Netherlands, will have been used as porridge bowls.
The handles in the shape of a stylized fleur-de lis stand out in this bowl. The fleur-de-lis is often used as decoration in the southern Netherlands. In Christianity, white lilies symbolize purity and chastity and can therefore refer to the Virgin Mary, the mother of Christ, but also to Christ himself or the Holy Trinity because of the three petals. The lily can therefore symbolize faith, wisdom and purity.
The silversmith
Guilliam Domis I (Breda 1633-1689), son of Willem Frans Domies and Maria Augustini Henrici Wils, was apprenticed to the Antwerp silversmith Nicolaes Willemsen, from 17 March 1653. In April 1662 he was registered as a master silversmith in Breda. He himself took on a number of apprentices and held the position of dean at the Breda silversmiths’ guild, from 1664-1671, 1683 and 1687. Thirteen children are known from his marriage to Maria Theresia Florens, two of whom were trained as silversmiths, Gulhelmus II and Franchois. Guilliam Domis I had two maker's marks: lozenge in shield, one without and one with two dots above the lozenge. In 1670 he bought the house Het Beijtelschip. In 1680 he was based in the house De Trouwrinck near the Grote Markt. During his active life he made a lot of liturgical vessels, including a chalice (1662), two pairs of altar cruets (1662 and 1670?), a wafer box (1671), and a pair of elaborately chased wall sconces (1672-73), possibly made for a beguinage. Guilliam Domis I died on 29 December 1689 and was buried on 2 January 1690 in the Grote Kerk in Breda.
-Particuliere collectie België
-J.P. van Rijen et al. Zilver en zilversmeden uit de baronie van Breda, Breda, 2000