PAAR ZILVEREN KANDELAARS
Pieter Kersbergen, Den Haag, 1762

1185 gram, 23 cm hoog

De gegoten kandelaars zijn getorst en gedecoreerd met schelp- en bladmotieven. De afneembare vetvangers worden gevormd door uitstaand bladwerk. Volledig gekeurd op de voetrand en voorzien van een trembleersteek aan de binnenzijde van de voetwelving.

De zilversmid

Pieter Kersbergen is volgens de literatuur gehuwd met Elisabeth van der Vet op 24 april 1746 en was katholiek. In hetzelfde jaar kregen ze een dochter Segera. Volgens het eedboek van het zilversmedengilde te Den Haag is hij tot het gilde toegetreden op 4 juni 1749. Hij is overleden op 12 april 1772. ^[1] In de literatuur is verder weinig te vinden over Kersbergen. 

 

Volgens Pijzel 2005, p. 388 noot 1, zijn er twee zilversmeden die het meesterteken P.K hebben gebruikt, Pieter Kersbergen en Pieter van der Kruyf. De laatste heeft gewerkt tussen 1766 en 1785. Uit genealogisch onderzoek blijkt wel dat beide mogelijk aan elkaar verwant zijn door huwelijken. Hoewel het niet duidelijk is, wordt algemeen aangenomen dat het werk met P.K voor 1772 het werk van de zilversmid Pieter Kersbergen is. De bekende voorwerpen, zoals kandelaars, sauskommen, sauslepels en overig dienbestek met het meesterteken P.K. zijn in kwaliteit gelijk te noemen, zwaar en vakkundig gemaakt.

 

Deze kandelaars, vervaardigd in de stijlperiode van het rococo, zijn een mooi voorbeeld van Haagse vormgeving in het midden van de achttiende eeuw, die ook in de kandelaars van gildebroeders als Jan Willem Burgers, Martinus van Stapele en Reynier de Haan zichtbaar is. De voet kan men zich voorstellen als een draaiende, half vloeibare massa daarover uitgegoten en plotseling verstard. Het is de Haagse uiting van het rococo dat beschouwd wordt als een van de origineelste en meest geslaagde ontwerpen in de Nederlanden. Zilversmeden in steden als Amsterdam, Middelburg, Delft, Leiden en Arnhem en uit de provinciën hebben de modellen gebruikt. Het is niet uit te sluiten dat de gietmodellen van Burgers, Van Stapele en De Haan hiervoor zijn gebruikt of in ieder geval zijn uitgewisseld.

PAIR OF DUTCH SILVER CANDLESTICKS 

Pieter Kersbergen, The Hague, 1762

1185 grams; 23 cm high

 

The cast candlesticks are decorated with swirling flutes and shell and leaf motifs. The detachable sconces are formed by protruding leaves. Fully marked on the foot rim and displaying an assay stripe on the reverse of the foot.

 

The silversmith

Pieter Kersbergen, a Catholic, married Elisabeth van der Vet on 24 April 1746.That same year their daughter Segera was born. On 4 June 1749 Pieter became a member of the silversmiths’ guild in The Hague, according to its oath book. He died on 12 April 1772. Little further information can be found in literature about Pieter Kersbergen.

According to Pijzel (2005), p. 388, note 1, there are two silversmiths who used their initials P.K. as a maker’s mark: Pieter Kersbergen and Pieter van der Kruyf. The latter master worked from 1766 till 1785. They seem to be related by their marriages. It is generally agreed that silver objects dated before 1772 and struck with maker’s mark P.K. were made by Pieter Kersbergen. Recorded objects, struck with maker’s mark P.K., such as candlesticks, sauceboats, sauce ladles and other flatware are similar in quality, heavy and well made.

 

These candlesticks, made in the Rococo style period, are a fine example of mid- eighteenth-century Hague design, which is also visible in the candlesticks of fellow guild brothers such as Jan Willem Burgers, Martinus van Stapele and Reynier de Haan. The foot can be imagined as having a rotating, semi-liquid mass poured over it and suddenly solidified. It is the Hague expression of rococo that is considered one of the most original and successful designs in the Low Countries. Silversmiths in cities such as Amsterdam, Middelburg, Delft, Leiden and Arnhem and from the provinces have used the models. It is likely that the casting molds of Burgers, Van Stapele and De Haan were used for this purpose or at leastexchanged.

Herkomst

-Kunsthandel Rare Art, Londen, 2020

-Particuliere collectie, Nederland

Vergelijkende literatuur

-J. Pijzel- Dommisse, Haags Goud en Zilver, Zwolle, 2005

-E. Voet Jr., Merken van Haagsch Goud- en Zilversmeden, Den Haag, 1941