European Silver SRI®

 

 

SET VAN TWEE PAAR ZILVEREN KANDELAARS
Rudolph Sondag, Rotterdam, 1787 en 1788

2578 gram totaal, 29,5 cm hoog

Elke kandelaar staat op een ronde voet, met hoge welving met formeel bladwerk en een rand van formeel bladwerk en parelrand. De taps toe lopende gecanneleerde schacht heeft een cilindrische nodus, gegraveerd met bloemhoofdjes, tussen parelranden en een rand met bladwerk. De urn-vormige kaarshouder is geappliqueerd met formeel bladwerk en heeft een losse vetvanger, met een opengewerkte galerij rand, afgezet met een parelrand. Volledig gekeurd op de onderzijde van de voet op de welving onderzijde. Allen zijn tevens gemerkt met het herkeur gekroonde O voor 1807.

 

De zilversmid

Het meesterteken ‘een zon’ (in verschillende varianten) behoort toe aan de Rotterdamse meester-zilversmid Rudolph Sondag (1726-1812). Hij is geboren op 4 februari 1726 als zoon van Jan Sondagh en Barbara Boelhorst. In 1747 huwde Rudolph met Johanna van Essen (1725-1799) eveneens afkomstig uit Rotterdam. Hij zal in 1746 zijn toegetreden tot het zilversmidsgilde van Rotterdam, blijkens een klein boekje uit 1806 met namen der hoofdlieden en overlieden van het Goud en zilversmeden gilde der stad Rotterdam[1] Hij bleef werken tot 1812. Rudolph komt ook voor op de lijst van 1768 onder nummer 29 met zijn meesterteken. Rudolph Sondag woonde met zijn gezin op verschillende plaatsen in Rotterdam, in de Kipstraat, Westwagenstraat en de Hoogstraat en werd begraven, op een leeftijd van 86 jaar op 19 november 1812. Zijn zoon Johannes Petrus Sondag was ook zilversmid te Rotterdam van 1784 

tot circa 1801 met het meesterteken IPS in een ovaal. In 1801 ging hij failliet om in 1813 weer toe te treden als zilversmid. [2]

 

Rudolph Sondag liet een groot en divers oeuvre na, dat meerdere stijlperiodes beslaat. Uit zijn vroegste periode als zilversmid is voor zover bekend geen werk van hem bewaard gebleven. Het is mogelijk dat hij zijn inkomsten verdiende met actief te zijn met tekenen, ontwerpen, beeldhouwen en graveren. Het vroegste zilveren object van zijn hand is een tabernakel dat gedreven is met de voorstelling ‘De Verheerlijking op de Berg” uit 1754. [3] Andere vroege voorwerpen, die we van hem kennen dateren uit 1760, een tabaksdoos en een inktstel, die stilistisch vanwege de rocailles tot de Lodewijk XV-stijl gerekend kunnen worden. De manden die Rudolph Sondag in 1763 en 1765 maakte zijn weliswaar ovaal, maar vertonen bloem-, blad- en rocaille ornamenten, naar de toen geldende mode. Pas na 1775 worden zijn zilveren voorwerpen wat strakker van vorm en ruilt Sondag de rococostijl in voor de neoclassicistische stijl.

 

Het is opmerkelijk dat er naar verhouding veel werk van Rudolph Sondag bewaard is gebleven, in tegenstelling tot dat van zijn Rotterdamse gildebroeders. Wellicht had Sondag een groot atelier met leerlingen en gezellen, waardoor de ‘productie’ groot kon zijn en was hij naast zilversmid ook een slimme ondernemer. Helaas zijn de archieven met betrekking tot de Rotterdamse zilversmeden in de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel verloren gegaan. Enkele notariële archieven in Het Rotterdams Historisch Archief zijn nog wel voorhanden. Verder kunnen we uit de bewaard gebleven werken concluderen dat Rudolph Sondag niet alleen particuliere opdrachtgevers had, maar ook belangrijke kerkelijke opdrachten kreeg.

 

Zo vervaardigde hij in 1761 een ciborie (een grote gedekselde kelk om de hosties in te bewaren), waarop een aantal heiligen staat afgebeeld en in 1764 een monumentale lessenaar in de vorm van een adelaar. Beide liturgische voorwerpen zijn gedecoreerd met rocaille ornamenten. Van zijn profane werken mogen niet onvermeld blijven de begrafenisschilden die hij in 1782 voor het Zakkendragersgilde maakte en de vier bijzondere vierlichts kandelabers uit 1786 die op olifantenfiguren geplaatst zijn. Laatstgenoemde profane werken zijn zonder twijfel in opdracht vervaardigd en in neoclassicistische stijl uitgevoerd. Uit de notariële archieven blijkt dat 

Rudolph Sondag niet alleen zilver verkocht, maar ook voor grote bedragen zilver aankocht en dat hij eveneens gevraagd werd om zilver te taxeren.[4]

 

Geconcludeerd kan worden dat deze veelzijdige achttiende-eeuwse zilversmid uit Rotterdam destijds niet onderdeed voor zijn Amsterdamse collega’s, maar gekenmerkt kan worden als één van de belangrijkste grootwerkers, samen met Nicolaes Verhaer uit Utrecht, in de 18e eeuw. [5]

 

[1] SRI archief, afdeling Rotterdam.

[2] Zie, Schadee 1991, p. 235; Stolk 2021, p. 215.

[3] Zie, Tent. Cat. 1966, nr. 104.

[4] Habets 2019, Julian noemt in deze scriptie verschillende voorwerpen en archiefstukken en laat zien dat Sondagh ook als verkoper van zilver zich bezighield. Sondagh had een breed terrein van werkzaamheden dat nu onder de noemer ‘winkelier’ valt.

[5] Zowel Sondagh als Verhaer vervaardigden zeer grote objecten, vooral voor de katholieke schuilkerken. Beide waren eigenlijk de enige twee die dit maakten, mogelijk onder invloed van de Antwerpse zilversmeden.

 

SET OF TWO PAIRS OF DUTCH SILVER CANDLESTICKS

Rudolph Sondag, Rotterdam, 1787 and 1788 

2578 grams in total; 29,5 cm high

 

Each candlestick on a circular high-domed base with stiff leaves and a beaded and stiff leaf border, rising to a tapering fluted stem with beaded knob, engraved with a band of flower heads, surmounted by an urn-shaped socket applied with stiff leaves; detachable nozzle with gallery pierced with ovals and beaded border. Fully marked on the underside of the bases. Also struck with the control mark ‘a crowned O’ for 1807.

 

The silversmith

The maker's mark 'a sun' (in various variants) belonged to the Rotterdam silversmith Rudolph Sondag (1726-1812). He was born on 4 February 1726, the son of Jan Sondag and Barbara Boelhorst. In 1747 he married Johanna van Essen (1725-1799), also from Rotterdam. According to a booklet with names of members of the Rotterdam silversmiths’ guild, dated 1806, Rudolph (Rudolphus) Sondag had become a master in the silversmiths’ guild in 1746 and stopped working in 1812. His name and his maker’s mark also appeared on a list of 1768, number 29. He lived with his family in Rotterdam, moving from Kipstraat to Westerwagenstraat and Hoogstraat. Rudolph Sondag reached the ripe old age of 86, and was buried on 19 November 1812. His son Johannes Petrus Sondag, maker’s mark IPS in oval, worked as a silversmith in Rotterdam from 1784 till circa 1801, the year he went bankrupt. In 1813 he picked up his profession as a silversmith again.

 

Rudolph Sondag left behind a large and varied oeuvre, spanning several style periods. As far as we know, no silver objects by him have survived from his earliest period as a silversmith. He might have earned a living by drawing, designing, sculpting and engraving then. The earliest object known by him, dated 1754, is a tabernacle embossed with the scene “The Mount of Transfiguration”. Other early silver objects date from 1760, a tobacco box and an inkstand, which stylistically can be considered to belong to the Louis XV style period, because of the rocaille ornaments. The baskets made by Rudolph Sondag in 1763 and 1765 are of oval form, but display flower, leaf and rocaille ornaments, according to the fashion of the time. It was not until after 1775 that his silver objects became more rigid in shape and Sondag exchanged the Rococo style for the Neoclassical style.

 

It is remarkable that a relatively large amount of Rudolph Sondag's work has been preserved, in contrast to that of his Rotterdam fellow guild members. Sondag probably had a large studio with apprentices and journeymen, which allowed the 'production' to be large. He was not only a silversmith, but also a smart entrepreneur. Unfortunately, the archives relating to the Rotterdam silversmiths have largely been lost during the Second World War. However, some notarial archives in the Rotterdam Historical Archive are still available. Furthermore, we can conclude from the surviving works that Rudolph Sondag not only had private patrons, but also received important ecclesiastical commissions.

 

For example, in 1761 he made a ciborium (a large, lidded chalice to store the hosts), depicting several saints, and in 1764 a monumental lectern in the shape of an eagle. Both liturgical objects are decorated with rocaille ornaments. Of his secular works, the funeral shields he made in 1782 for the Guild of Sack Bearers and the four special four-light candelabra from 1786 that are placed on elephant figures should be mentioned. The latter profane works were undoubtedly commissioned and executed in neoclassical style. The notarial archives show that Rudolph Sondag not only made and sold silverware, but also bought silverware for large sums of money and that he was also asked to value silverware. It can be concluded that this versatile eighteenth-century silversmith from Rotterdam could compete with his Amsterdam colleagues at the time. Together with the Utrecht silversmith Nicolaes Verhaer, Rudolph Sondag was one of the most important ‘large workers’ in the 18th century.

Vergelijkende literatuur

-Tentoonstellingscatalogus, Meesters in zilver, werk van Rotterdamse zilversmeden, Historisch Museum Rotterdam, 1966

-N.I. Schadee, Zilverschatten, drie eeuwen Rotterdams zilver, Rotterdam, 1991

-J.R. ter Molen, Zilver, Museum Boijmans- van Beuningen, Rotterdam, 1994

-J.W. Stolk, Goudsmit tot Rotterdam, biografieën van Rotterdamse zilversmeden, 2021

-Julian Habets, Rudolf Sondagh, een kunstenaar/ entrepreneur, 2019, Leiden Universiteit scriptie