European Silver SRI®

 

 

ZILVEREN BRUIDSUIKERMAND
Johannes le Blanc(k), Rotterdam, 1786

496 gram, 20 cm breed, 19.5 cm hoog

De ovale bruidsuikermand is ajour gezaagd met verticale spijlen tussen randen met een opengewerkt en gegraveerd golfmotief. Aan weerszijden geappliqueerd met een ovaal medaillon met tuinvaas, staande op een ajour gezaagde rand. Aan de bovenzijde is de mand afgezet met een parelrand. De twee gegoten opengewerkte grepen aan weerszijden bestaan uit ovalen met strikmotief en lauwerblad. De kolom in het midden loopt taps toe en is geappliqueerd met guirlandes, bloemrozetten en parelguirlandes, bekroond door een bolvormige knop. De kolom is geplaatst op een viervaksverdeling die ajour gezaagd is met rasterwerk. Het middenstuk is door middel van een schroefverbinding door de bodemplaat bevestigd. Volledig gekeurd aan de onderzijde van de mand.[1]

 

Het serveren van zoetigheden bij verlovingen en huwelijken begon al in de zeventiende eeuw. Marsepein en in rozenwater gedrenkte gesuikerde amandelen behoorden tot de zogenaamde bruidsuikers. De speciaal vervaardigde bruidsuikermandjes stammen uit het laatste kwart van de 18de eeuw. Deze worden gekenmerkt door de verdeling in twee of vier compartimenten om de diverse bruidsuikers te kunnen scheiden. Het centrale ornament varieerde van een bloemtak of vogels tot een versierde kolom. Het middendeel is uitneembaar, zodat het mandje niet alleen voor bruidsuikers hoeft te dienen. Aan het einde van de 18de eeuw waren bruidsuikermandjes zeer populair.[2]

 

Het ontwerp van dit mandje heeft Le Blanc mogelijkerwijs overgenomen van zijn collega zilversmid uit Rotterdam, Rudolph Sondag. Een goed vergelijkbaar bruidsuikermandje geappliqueerd met maskers aan weerszijden is door Sondag vervaardigd in 1780.[3] Het mandje van Le Blanc is geappliqueerd met tuinvazen. Dat er tussen beiden een samenwerking moet zijn geweest blijkt ook uit het feit dat de twee gegoten opengewerkte grepen met ovalen op de mandjes van Sondag voorkomen.[4]

 

Johannes le(a) Blanc(k) werd omstreeks 1740 geboren te Venlo als zoon van Augustus Johannes Philippus Andries Le Blanc en Maria Colent. Op zeventien oktober 1784 trad Johannes in het huwelijk met Johanna Schut, alias Schutte, jongedochter van Rotterdam. Zij werd gedoopt op zeventien februari 1759 als dochter van Frans Schut en Barbera Graet. Uit het huwelijk van Johannes en Johanna werden enkele kinderen geboren. Johannes was werkzaam als zilversmid te Rotterdam vanaf 1784, het jaar waarin vermoedelijk zijn meesterteken LB op de insculpatieplaat van het zilversmedengilde werd afgeslagen. In 1793 staat Johannes vermeld als zilversmid, toen zijn dochtertje begraven werd. Hij woonde toen met zijn gezin in de Magere Varkesteeg bove sleijterij. Johanna overleed in 1809 en werd begraven op 10 mei. Johannes werd begraven op 7 januari 1813. In de overlijdensakte staat vermeld: "zijnde geweest bedienaar ter begravenissen".

 

In onze collectie bevindt zich van deze meester een olie- en azijnstel à double usage uit 1786hetgeen betekent dat deze, na uitname van het interieur met de flessen, ook als broodmand kan dienen. Tevens is er een broodmand van Le Blanck uit 1786 in onze collectie, waarin soortgelijke tuinvaasornamenten ajour gezaagd zijn als in deze bruidsuikermand.

 

[1] Het zilver van bruidsuikermandje is onderzocht en uit de resultaten van o.a. de bijmetalen blijkt dat deze overeenkomstig zijn met het te verwachten resultaten van zilver en de bijmetalen uit de 18e eeuw. Het onderzoek is verricht door Waarborg Holland, Gouda, 31 oktober 2023, blok 198, SRI 300

[2] Bergh-Hoogterp 1999, p. 13

[3] Premsela & Hamburger, Amsterdam, 1972: Sotheby’s Amsterdam, 25 mei 1998, lot 454: Kunsthandel J. Fijnaut, Amsterdam, 1999.

[4] Voor een ander bruidsuikermandje, vervaardigd door Rudolph Sondag in 1780 zie Christie’s Laren, 23 maart 1977, lot 233. Voor het soortgelijke mandje van Le Blanc zie Christie’s Amsterdam, 16 november 1999, lot 489. Het is niet duidelijk of het geveilde mandje hetzelfde mandje is als het nu beschreven mandje van Le Blanc. Het verschil van gewicht 448 gram en 496 gram is daarvoor te groot. Volgens overlevering is het nu beschreven mandje verkocht door J. Fijnaut, Amsterdam.

 

DUTCH SILVER SWEETMEAT ‘WEDDING‘ BASKET

Johannes Le(a) Blanc(k), Rotterdam, 1786

496 grams, 20 cm wide, 19.5 cm high 

The oval sweetmeat wedding basket is pierced with vertical pales between borders with an openworked and engraved wavy motif. Applied on both sides with an oval medallion with classical vase, raised on a pierced gallery. At the top, the basket is bordered by a beaded rim. The two moulded openwork handles on either side consist of ovals with a bow motif and laurel foliage. The central column is tapered and applied with swags, floral rosettes and beaded swags, surmounted by a spherical knob. The column is placed on a four-compartment division that is pierced with latticework. The central part part is attached to the base plate by means of a screw connection. Fully marked on the reverse of the base.

 

The serving of sweetmeat at engagements and weddings began as early as the seventeenth century. Marzipan and sugared almonds soaked in rose water were among the so-called wedding sweetmeats. The specially made baskets date from the last quarter of the 18th century. These are characterized by the division into two or four compartments in order to be able to separate the various wedding sweetmeats. The central ornament ranged from a floral branch or birds to a decorated column. The central part is removable, so that the basket does not only have to be used for weddings. At the end of the 18th century up to the early nineteenth century wedding sweetmeat baskets were very popular.

 

Le Blanc may have copied the design of this basket from his fellow silversmith from Rotterdam, Rudolph Sondag. A similar wedding sweetmeat basket applied with masks on either side was made by Sondag in 1780. Le Blanc's basket is applied with classical vases. That there must have been a collaboration between the two is also evident from the fact that the two moulded openwork handles with ovals  also appear on Sondag's baskets.

 

Johannes le(a) Blanc(k) was born in Venlo around 1740, the son of Augustus Johannes Philippus Andries Le Blanc and Maria Colent. On 17 October 1784 Johannes married Johanna Schut, alias Schutte, ‘young daughter of Rotterdam’. She was baptized on 17 February 1759 as the daughter of Frans Schut and Barbera Graet. Johannes and Johanna had several children. Johannes worked as a silversmith in Rotterdam from 1784, the year in which his maker’s mark LB was probably struck on the inculpation plate of the silversmiths' guild. In 1793 Johannes is recorded as a silversmith, when his daughter was buried. At the time, he lived with his family in the Magere Varkesteeg above a distillery. Johanna died in 1809 and was buried on 10 May. Johannes was buried on January 7, 1813. The death certificate states: "having been a minister at burials".

 

In our collection there is a cruet set à double usage from 1786 by this master, which means that, after removing the interior with the bottles, it can also serve as a breadbasket. There is also a breadbasket by Le Blanck from 1786 in our collection, in which similar classical vase ornaments appear as in this sweetmeat wedding basket.

Herkomst

Particuliere collectie, Nederland

Vergelijkende literatuur

-N.I. Schadee, Zilverschatten, drie eeuwen Rotterdams zilver, Rotterdam, 1991, p.147, 229.

-L. van den Bergh-Hoogterp, in Cachet ,Trouw moet blinken, 1999 2/3, p. 13

-Jacob J. Roosjen, Zilver Zaken, 2013/2014, p. 27

-J.W. Stolk, Goutsmit tot Rotterdam, Rotterdam, 2022, p. 40