European Silver SRI®

 

 

SCHAALTJE
Bastiaan Koningh, Breda, 1728

137 gram, 12,8 cm diameter

Het gedreven gladde, ronde schaaltje heeft een geschulpte rand en staat op een standring. Volledig gekeurd aan de onderzijde en voorzien van een trembleersteek.

 

In de literatuur wordt naar dit type schaaltje vaak gerefereerd als ‘aardbeienschaaltje’, maar niet uitsluitend. In oude inventarissen komt ook wel de naam ‘groenteschaaltje’ voor, echter vroeg 18de-eeuwse Bredase schaaltjes, vaak met geschulpte rand, worden aardbeienschaaltjes genoemd, een term die ook gebruikt wordt in de Engelse handel. De aardbeien uit de Baronie van Breda zijn een kleine, zoete variëteit. De Bredase schaaltjes hebben een diameter van 10-13 cm en zijn qua formaat zeer geschikt voor aardbeien. De Engelse exemplaren zijn doorgaans groter in diameter.[1] Aan het einde van de zeventiende-eeuw waren dergelijke schaaltjes populair bij de Hugenoten in Frankrijk en later in Engeland. De vroeg achttiende-eeuwse Nederlandse exemplaren die bekend zijn, werden vervaardigd in Den Haag, onder andere door Adriaan Havelaar en Henric van Leusden, in Amsterdam, door Otto Knoop en Alger Mensma, en in Breda door Bernardus Perquin, Carolus van Dockum en Bastiaan Koningh. Een soortgelijk schaaltje van de hand van Bastiaan Koningh uit 1727 werd opgenomen in de literatuur over zilver uit de Baronie van Breda. [2]

 

De zilversmid

Sebastiaan (Bastiaan) Koningh (Koninck, Koninx) werd ca. 1682 geboren als zoon van Gerrit Koningh en Louysa van Werkhoven. Hij werd leerjongen bij de zilversmid Justus Hoselman in Breda en verwierf het meesterschap in 1707. Zijn meesterteken is een vogel in een ovaal schild. In 1714 kocht hij het pand “De Arend’ op de Havermarkt van de weduwe Maria Johanna Domis, telg uit een Bredase edelsmedenfamilie. Zelf had hij vele leerjongens in dienst, waaronder zijn zoon Cornelis, die zijn leertijd niet afmaakte. Gedurende zijn lange werkzame leven bekleedde Bastiaan Koningh vele jaren de functie van ‘deken’ binnen het gilde. Hij overleed op 3 augustus 1763 te Breda en werd op 8 augustus in de Grote Kerk aldaar begraven. 


[1] Van Rijen, 2000, pp.44, 45, 49

[2] Van Rijen, 2000, p.53

 

DUTCH SILVER STRAWBERRY DISH

Bastiaan Koningh, Breda, 1728

137 grams; 12,8 cm diameter

 

The plain circular chased dish on a ring base has a scalloped rim. Fully marked on the reverse and displaying an assay stripe.

 

In literature on silver this type of dish is often referred to as strawberry dish, but not solely. In old inventories also the name ‘groenteschaaltje’ (vegetable dish) occurs. However, early 18th century Breda circular dishes, often with scalloped border, are referred to as strawberry dishes, the term is also used in the English trade. Breda strawberries are a rather small and sweet variety. Breda circular silver dishes of 10-13 cm diameter are therefore very suitable for strawberries. English strawberry dishes are usually larger in diameter. With Huguenots in France at the end of the 17th century and later in England this type of dish used to be rather popular. Early 18th century Dutch silver strawberry dishes that still exist, were made in The Hague by for example Adriaan Havelaar en Henric van Leusden, in Amsterdam by Otto Knoop and Alger Mensma and in Breda by Bernardus Perquin, Carolus van Dokkum and Bastiaan Koningh. A similar dish, made by Bastiaan Koningh in 1727, was recorded in literature about Breda silver.


The silversmith

Sebastiaan (Bastiaan) Koningh (Koninck, Koninx), son of Gerrit Koningh and Louysa Werkhoven, was born ca. 1682. He was an apprentice at Justus Hoselman’s workshop in Breda and he became a master-silversmith himself in 1707. His maker’s mark is ‘a bird in an oval shield’. In 1714 he bought a house at the Havermarkt in Breda, called ‘De Arend’ (the Eagle) from Maria Johanna Domis, a descendant from a Breda silversmiths’ family. He used to employ many apprentices, including his son Cornelis, who did not finish his apprenticeship. Bastiaan Koningh held the position of ‘Dean of the Guild’ for many years during his long active life as a silversmith. He died in Breda on 3 August 1763 and was buried in the Grote Kerk on 8 August.

Vergelijkende literatuur

-J.P. van Rijen, Zilver en zilversmeden uit de Baronie van Breda, Brugge, 2000