PAAR ZILVEREN ALTAARVAZEN
Hans Erickse,
Amsterdam,
1707
404 gram, 13,1 cm hoog
Het balustervormige lichaam, gedreven met acanthusblad en knerrenrand, staat verhoogd op een ronde voet met gedreven knerrenrand, waarboven een inscriptie staat: * Neeltie Albers : GD: obiit den 30 sept. Ao 1704. De ingesnoerde hals met geprofileerde rand verbreedt zich naar boven toe. Aan weerszijden zijn voluutvormige oren aangebracht , die geappliqueerd zijn met een aflopende parelrand. Volledig gemerkt op op voetrand en voorzien van trembleersteken.
Zilveren altaarvazen zijn gemaakt om, met bloemen gevuld, geplaatst te worden op het altaar aan beide zijden van het tabernakel tussen de altaarkandelaars tijdens de vieringen in katholieke kerken en kathedralen. In sommige kerken maken zij nog altijd deel uit van het liturgische gebruikszilver voor speciale gelegenheden zoals de hoogfeesten Pasen, Pinksteren en Kerstmis.[1]