European Silver SRI®

 

 

TWEE-DELIGE ZILVEREN SPECERIJEN SET
Christiaan Rijke, Boxmeer, jaarletter Y (1773)

392 gram, 17,2 cm hoog

De balustervormige en getorste specerijenstrooibus en mosterdpot staan verhoogd op een gewelfde, getorste, ronde voet. Het hoog-gewelfde scharnierende deksel met duimrust van de mosterdpot is overeenkomstig gegraveerd met het ajour gezaagde motief van het afneembare deksel van de strooibus, beide met belvormige knop bekroning. De mosterdpot heeft een voluutvormig zilveren oor. Op de onderzijde van het lichaam staan meesterteken en een jaarletter afgeslagen.

 

Christiaan Rijke (Riecken) (1727-1811), zoon van meester-bakker Bernardus Riecken en Maria van Weert, werd gedoopt in de St Elisabethskerk te Grave. Bij wie en in welke plaats hij zijn opleiding tot zilversmid genoot is onbekend. Echter, het is zeer wel mogelijk dat hij bij Rabanus Raab, zilversmid te Boxmeer, in de leer is geweest vanaf ca. 1743 en dat hij in Boxmeer is gebleven. In 1755 trouwt hij in Boxmeer met de zes jaar jongere Boxmeerse Clara Strick en start een atelier naast het Raadhuis, Steenstraat 31. Het echtpaar krijgt in totaal 11 kinderen, van wie er drie zonen eveneens het zilversmidsambacht gaan beoefenen. De oudste zoon Bernard gaat in de leer bij Johannes van Dungen in Den Bosch. Antoon Hubert en Joseph worden door Christiaan Rijke zelf opgeleid in het vak.

Echtgenote Clara was dochter van rijke ouders, die het echtpaar financieel ondersteunden. Al snel koopt Christiaan onroerend goed en stukken land. Hij staat in 1810 bij de Burgerlijke Stand ingeschreven als orfèvre avec fortune’. Op 17 augustus 1811 overleed hij te Boxmeer op de respectabele leeftijd van 84 jaar. Naar verluidt was zijn begrafenis van bijzondere klasse. Zijn weduwe betaalde hiervoor 62 gulden en 8 stuivers. Tijdens zijn werkzame leven vervaardigde hij kerkelijk, gilde, en profaan zilver. [1]

 

Van de bewaard gebleven kerkelijke werken van Christiaan Rijkes hand staan onder andere een zilveren kelk (1760) van de St Jan de Doperkerk te Sambeek en een monstrans (1782) uit de Bonifatius kerk te Rijswijk en een canonbord (1755) van de Petruskerk te Boxmeer in de literatuur vermeld.

Op het gebied van het profane zilver is naast deze specerijen set uit 1773 ook een dienblad bekend met dezelfde datering, een theepot vervaardigd 1768, een theekist met drie theedozen vervaardigd in 1787, die zich bevindt in het Noord Brabants Museum te Den Bosch. [2]

 

[1] De gegevens over Christiaan Rijke zijn ontleend aan het manuscript van Drs. H.J. van Cuijk over Boxmeerse Edelsmeedkunst, augustus 1996. Voor de datering van 1773, zie Cuijk 2005, p. 109.

[2] Schenking J.K. Stichting, 2019, inventaris nummer 16329.

 

DUTCH SILVER CASTER AND MUSTARD POT

Christiaan Rijke (Riecken), Boxmeer, dateletter Y (1773) 

392 grams; 17,2 cm high

 

The spirally fluted baluster-shaped caster and mustard pot are raised on a spirally fluted domed foot. The high-domed hinged cover with thumb rest of the mustard pot is engraved in similar outline to the pierced motifs of the cover of the caster, both with bell-shaped finials. The mustard pot is fitted with a silver scroll handle. Struck with maker’s mark and a date letter at the reverse of the body.

 

Christiaan Rijke (Riecken) (1727-1811), son of Bernardus Riecken, a master baker, and Maria van Weert, was christened in St Elisabeth’s church in Grave. It is not recorded from whom and where he received his training as a silversmith. However, it is likely that he was trained by Rabanus Raab, a silversmith in Boxmeer, from ca.1743 onwards and that he stayed in Boxmeer.  

In 1755 he married Clara Strick in Boxmeer and started a workshop next to the Council Hall, Steenstraat 31. The couple had eleven children, of whom three sons also became silversmiths. The eldest son Bernard became an apprentice in Johannes van Dungen’s workshop in Den Bosch (Bois-le Duc). Antoon Hubert and Joseph were trained by their father Christiaan Rijke himself.

His spouse Clara, whose parents supported the couple, was born into a rich family. Christiaan bought real estate and patches of land. By 1810 he was registered as a silversmith with fortune, ‘orfèvre avec fortune’.

At the Age of 84 he died in Boxmeer 17 August 1811 and had a grand burial. His widow is said to have paid 62 guilders en 8 ‘stuivers’. During his career as a silversmith Christiaan Rijke made objects for churches and guilds, and also profane silver objects.

 

Among Christiaan Rijke’s liturgical objects are a silver chalice (1760) in St Jan the Baptist Church in Sambeek, a monstrance (1782) St Boniface Church in Rijswijk and a canon board (1755) in St Peter’s Church in Boxmeer. Examples of his profane silver objects are this set, consisting of a caster and a mustard pot (1773), a salver of the same date and a teapot with wood handle (1768/69) and a tea chest with three silver caddies (1787), which is now in the collection of Noord Brabants Museum, Den Bosch.

Vergelijkende literatuur

-Manuscript Drs. H.J. van Cuijk over Boxmeerse Edelsmeedkunst, augustus 1996

- Herman Jan van Cuijk, De Boxmeerse zilversmedenfamilie Raab, in De Stavelij, jaarboek 2005, Nijmegen, 2005