European Silver SRI®

 

 

PAAR ZILVEREN KANDELAARS
Johannes Schiotling, Amsterdam, 1774

858 gram, 25,5 cm

Deze elegante Rococo kandelaars zijn asymmetrisch gedreven met bloem- en bladwerk en staan op een hoge, breed uitlopende voet, waarvan de rand bestaat uit c-voluten en gebladerte. De losse vetvangers in de kaarsenhouders zijn gemodelleerd met asymmetrisch bladwerk. Volledig gemerkt op voetrand binnenzijde, tevens gemerkt met gekroonde O van 1807.


Dit paar kandelaars werd in 1976 opgenomen in de overzichtstentoonstelling ‘Johannes Schiotling , een Amsterdamse zilversmid (1730-1799) en zijn kring’ in het Rijksmuseum te Amsterdam.

 

Tijdens de Rococo periode maakte Johannes Schiotling veelvuldig gebruik van bloem-en bladornamenten in zijn ontwerpen. Een andere mooi voorbeeld hiervan betreft een schitterende wijnkan van zijn hand, vervaardigd in 1770, die zich eveneens in de collectie Jacob J. Roosjen heeft bevonden.


Johannes Schiotling (1730-1799) werd geboren in Göteborg, Zweden. Op zeventienjarige leeftijd ging hij zes jaar lang in de leer bij zilversmid Olof Fernlof. Rond 1760 arriveerde hij in Amsterdam, waarschijnlijk aangetrokken door het economisch gunstige klimaat, zoals ook vele andere ambachtslieden naar de Nederlanden kwamen. In 1762 werd hij ingeschreven bij het gilde en een jaar later trouwde hij met Margaretha Sophia Janssen uit Aurich. Haar broer Johann Diedrich Janssen was getuige bij het huwelijk en werd in 1766 partner bij Schiotling.Tevens kwamen drie andere zilversmeden werken bij Schiotling, te weten Jan Arend, Wilhelmus Angenendt en Christoffel Mittscherlich, een zeer goede drijver. In 1771 kocht Schiotling een huis in de Kalverstraat, tegenover de Heiligenweg, om daar een kashouderij (winkel) te vestigen. Zijn werkplaats behield hij in de Egelantierstraat. Het echtpaar Schiotling kreeg twee zoons, Johannes Hendrik en Andreas, beiden werden ook zilversmid. Na het overlijden van Johannes in 1799 werd de zaak voortgezet door zijn zoon Andreas en zijn weduwe Margaretha.[1] Een afbeelding van het echtpaar, vervaardigd in was, is bekend. Dit dubbelportret is gemaakt door zijn zilverdrijver Christoffel Mittscherlich. Het dubbelportret is nu in het Amsterdam Museum en bevond zich tot 1993 in de Hartcourt Collections. [2]



[1] Gegevens over de zilversmid zijn uitgebreid beschreven door D.J. Biemond in Vreeken 2003, pp. 468-469.

[2] De foto is overgenomen uit, H. Vreeken, Christoffel Mittscherlich (1740-1793), Een dubbelportret in gepolychromeerde was, Antiek, oktober 1994, pp. 46-47. Het inventarisnummer van dit dubbelportret is KA 19321. In dit artikel gaat Vreeken uitgebreid in op het dubbelportret van de zilversmid Mittscherlich. Hartcourt Collection, zie Sotheby’s London, 10 juni, 1993, lotnummer 231.

 

These elegant asymmetrical candlesticks, chased with flowers and foliage rise from high domed, spreading bases bordered by c-scrolls and foliage. The detachable nozzles are moulded with foliage. Fully marked at the interior of the base, also marked with a crowned O for 1807.

 This pair of candlesticks was presented at the exhibition Johannes Schiotling, een Amsterdamse zilversmid (1730-1799) en zijn kring in the Rijksmuseum, Amsterdam in 1976 During the Rococo period Johannes Schiotling often made use of flower and foliage motifs in his designs. Another fine example of this decoration is a wonderful wine jug, made in 1770 by Schiotling, which is also in the collection of Jacob J. Roosjen.

 Johannes Schiotling (1730-1799) was born in Göteborg, Sweden. At the age of seventeen he committed himself to a six-year training with Olof Fernlof, a master silversmith. Around 1760 Schiotling arrived in Amsterdam. Like so many young silversmiths from abroad at that time, he was drawn to the tolerant and wealthy city of Amsterdam, where numerous foreign craftsmen could flourish. In 1762 he enrolled in the guild and one year later he married Margaretha Sophia Janssen from Aurich. Her brother Johann Diedrich Janssen was a formal witness at the wedding and in 1766 he joined Schiotling’s workshop, together with three other silversmiths: Jan Arend, Wilhelmus Angenendt and Christoffel Mittscherlich. The latter was an excellent chaser. In 1771 Schiotling bought a house at Kalverstraat, opposite Heiligeweg in Amsterdam, where he opened a shop, a ‘kashouderij’. His workshop remained in Egelantierstraat. Schiotling’s two sons, Johannes Hendrik and Andreas also became silversmiths. After Schiotling’s death in 1799, his widow Margaretha and his son Andreas took over the workshop. Christopher Mittscherlich made a lovely double portrait of the couple in wax, which is now in the collection of the Amsterdam Museum and used to be in the Hartcourt Collections until 1993.

Herkomst

-H.S. Wellby, Londen, 1973

-Particuliere collectie, Den Haag, 1977

-A. Aardewerk, Den Haag, circa 1980

-Particuliere collectie

Literatuur

Tentoonstellings catalogus, Johannes Schiotling, een Amsterdamse Zilversmid (1730-1799), Rijksmuseum Amsterdam, 1976-1977, nr. 19